Actueel

40 jaar werken aan het Groningse landschap

20210319 124952
Gepubliceerd op: 05-10-2022

Stichting Landschapsbeheer Groningen werd opgericht in 1982. Collega Hans begon dat jaar bij ons als vrijwilliger. Nu, 40 jaar later, werkt Hans er nog steeds, maar dan als senior adviseur. Wil je meer lezen over 40 jaar werken bij Landschapsbeheer Groningen? Lees hieronder het verhaal van Hans.

Hoe is het allemaal begonnen?
Ik had enkele jaren geschiedenis gestudeerd. Heel interessant, maar ik kwam er al snel achter dat ik niet de rest van mijn leven binnen tussen de boeken of voor de klas wilde slijten. Tijd om naar buiten te gaan! Ik las over de oprichting van de stichting en ging als vrijwilliger aan de slag. Ik weet nog goed dat een van onze eerste klussen het opknappen van het prachtige landgoed van Villa Gelria in Haren was.

En daarna?
Al snel werd ik veldmedewerker en was ik druk met het opsporen van bacterievuur en het onderhoud van de houtwallen en hagen in het unieke landschap rond Haren en Glimmen. Ik verdiepte mijn kennis steeds meer en volgde verschillende opleidingen, zoals die voor boomverzorger. Ondertussen was ik voorman van de veldploeg in Haren geworden. Ik had veel plezier in het begeleiden en werken met vrijwilligers en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zoveel verschillende mensen, maar allemaal bevlogen en betrokken bij het landschap.

Daarna ging ik aan de slag als projectleider en later nog als teamleider van het projectbureau. Ik heb er altijd enige moeite mee gehad dat ik sindsdien veel binnen zat, maar ik heb geprobeerd om zoveel mogelijk de verbinding met buiten te houden. Sinds vele jaren werk ik nu als senior adviseur bij de voorbereiding en begeleiding van projecten en bij de koers van onze organisatie. Eigenlijk heb ik dus zo’n beetje alle functies wel gehad!

Welk project vind je het meest gedenkwaardig?
Dat is toch wel de Groninger bomenwacht. In de jaren ‘90 zagen we opeens overal dat de iepen ziek werden en wegvielen. Toen hebben we samen met gemeenten en andere beheerders een gezamenlijke aanpak ter bestrijding van iepziekte opgezet. Daardoor brachten we uitval door iepziekte terug van meer dan 10% naar minder dan 1%. Daar ben ik best wel trots op. De valkuil van die succesvolle aanpak is dat niet iedereen meer de urgentie ervan inziet. Als we dat niet gezamenlijk blijven aanpakken bestaat het risico dat iepziekte weer opflakkert.

Een ander gedenkwaardig project is Gebiedsaanpak landschap Gorecht. In dat gebied is het gelukt om het beheer van de houtwallen voor 6 jaar goed te regelen. De bewoners deden massaal mee. Dit is het gebied waar ik begon, waar dus voor mij veel historie ligt en ik me nauw bij betrokken voel.

Wat is de beste verandering die de organisatie de afgelopen 40 jaar doormaakte?
In de afgelopen jaren zie ik vooral de professionalisering die de organisatie heeft doorgemaakt. Het begon vanuit puur idealisme en bevlogenheid: ‘we zien dat het landschap achteruit gaat en daar moeten we wat aan doen. Samen met gemeenten en vrijwilligers.’ Maar organisatorisch zat het minder goed in elkaar. Dat is door de jaren heen erg verbeterd, maar we moeten de idealen van de oprichting niet uit het oog verliezen. Inhoudelijke kennis, bevlogenheid, ervaring en het betrekken van bewoners zijn en blijven belangrijke sleutelbegrippen voor onze organisatie.

De aanleiding van 40 jaar geleden is niet weg; de urgentie is er misschien wel meer dan ooit. Door de verschillende opgaven staat het landschap onder druk. We moeten daarin de verschillende opgaven en partijen koppelen. Er liggen genoeg koppelkansen, zoals we ook in het onlangs uitgebrachte pamflet Natuurinclusief Groningen aangeven.


En wat zou je juist wel weer terug willen zien?
Ik zou wel weer meer samenhang willen zien tussen de uitvoering en de projectleiders. Door groei en de professionalisering is dat wat uit elkaar gegroeid. Ook deden we voorheen vaker grotere, langdurige projecten. Dat had te maken met de rijks- en provinciale subsidies. Werken aan meerjarenprojecten zorgt voor meer continuïteit, kwaliteit en betere borging van de resultaten. Onderhoud is behoud!

Wat is jouw meest bijzondere herinnering?
Ik vond het heel bijzonder om de hele oude paardentil bij Stedum (peertil) op te knappen. Dit deden we met behulp van alternatief gestraften. Het was een mooi project op een mooie plek, en natuurlijk in een bijzondere context. Als je dan vanuit de haven in Stedum aan kwam lopen, dan zag je in de verte dat bruggetje verschijnen met al die mensen die aan het werk waren: heel bijzonder. 


Welke boodschap zou je mee willen geven voor de komende 40 jaar?
Het landschap is belangrijk. Het is de omgeving waarin we wonen en is van grote invloed op ons welzijn. Het is bovendien een belangrijke voorwaarde voor de biodiversiteit, laat de historie van een gebied zien en geeft het daarmee haar eigen identiteit. Heel veel aspecten die allemaal samenhangen. Zorg daarom dat je het landschap als uitgangspunt neemt als er wat moet gebeuren. Kijk goed hoe het in elkaar zit en ook hoe je de landschappelijke waarden kunt versterken. Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat we het landschap behouden en versterken. Het is een belangrijke basis voor een duurzame toekomst en het welzijn van ons allemaal.

Wat is voor jou het mooiste stukje Gronings landschap?
Ik vind de houtwallen met hun oude hakhoutstoven bij Onnen erg mooi. Maar waar ik vroeger het boslandschap zo mooi vond, heb ik door de jaren heen ook veel waardering gekregen voor het open wierdenlandschap. Met haar oude dorpen, boerderijen die als groene eilandjes in het landschap liggen, de verhalen van de oude kerkjes, de lijnen in het landschap, haar diepen en maren. Het is het totaalplaatje, de verschillende landschapselementen die je in één oogopslag ziet, wat het zo bijzonder maakt.

Je bent inmiddels met deelpensioen, maar je gaat natuurlijk ooit echt met pensioen. En dan?
Ik ben begonnen als vrijwilliger en zal ook wel eindigen als vrijwilliger. Daarvoor vind ik bomen en landschap te leuk en te belangrijk!