Directeur zijn van een stichting als Landschapsbeheer Groningen vraagt naast passie voor het landschap ook wel een beetje lef. Hoe was dat bij de oprichting 40 jaar geleden? En hoe kijkt de eerste directeur daarop terug? Directeur Peter Hellinga gaat in gesprek met de directeur van 40 jaar geleden, Jelle Norder.
Peter: “Hoe is het allemaal begonnen?”
Jelle: “Er kwamen signalen dat er geld vrijkwam voor landschapsonderhoud uit Den Haag. In samenspraak met heel veel partijen, waaronder het Landbouwschap, de provincie, gemeenten en TBO’s werd er daarom iets nieuws opgericht: Landschapsonderhoud in oprichting. Ik was destijds biologieleraar en mij werd gevraagd of ik er wat voor voelde om dat onderdeel te leiden. Nou daar hoefde ik niet zo lang over na te denken!”
“In het begin was het natuurlijk nog heel klein. We deden veel op de fiets. Ik weet nog goed dat we op weg waren naar een kerkhof in Engelbert. Ik ging er op de fiets met een beugelzaagje naartoe. André, die ook nog bij jullie werkt, fietste die kant op met zijn gehoorbeschermers over de koplamp van zijn fiets. Een prachtig gezicht. Daarna volgden al snel meer projecten en medewerkers.”
Een van de eerste projecten: onderhoud van een kerkhof
Jelle: “Jullie hebben nu echt veel meer mensen zag ik op de website. Wel bijna 60. Hoe financier je dat?”
Peter: “We zitten nu definitief boven de 50, met nog een kleine flexibele schil. We krijgen een basissubsidie van de provincie en we krijgen geld van de Nationale Postcodeloterij. Maar dat is nog geen 10% van het inkomen. De rest moet allemaal uit de omzet van projecten komen.”
“We zijn tegenwoordig steeds meer aan het meedenken. Waar het destijds alleen een uitvoeringsorganisatie was, hebben we nu meer mensen op kantoor dan buiten. We adviseren in aan- loop naar projecten, maar worden ook gevraagd door andere partijen voor bijvoorbeeld landschapsbiografieën of onze GIS expertise. Dat klopt ook met de kennis die we hebben, maar daar valt niet meteen omzet uit te halen. Dat is altijd zoeken.”
“Ondernemend zijn is ook een must. Net als in beeld blijven bij andere partijen. Toen ik hier 3 jaar geleden kwam, kenden lang niet alle belangrijke partijen ons. De hele organisatie zat wat in zwaar weer. Veel programma’s liepen af. We zijn nu echt weer met iedereen in gesprek en zijn goed in beeld.”
Jelle: “Ik vind het heel leuk om te zien hoe het zich ontwikkeld heeft. Om te zien dat het zo’n solide, robuuste organisatie is. Mooi die passie, maar de rest moet ook kloppen. Anders bereik je niets. En voor het landschap heb je natuurlijk niet eens genoeg aan 60 man. Dus al die bewoners heb je ook nodig.”
Peter: “Wat vond je het leukst aan het werk?”
Jelle: “Het landschap van Groningen is zo mooi, maar het werken met de gepassioneerde mensen blijft me het meest bij. Als docent vertelde ik ook gepassioneerd, maar niemand zat erop te wachten zolang het niet op de toets terugkwam. Bij Landschapsbeheer werken betrokken mensen. Dat is anders praten. Dat verschil vond ik prachtig.”
Peter: “Ja er werken alleen maar mensen met passie hier. Dat verbaasde me in het begin keer op keer. Dat is echt iets wonderlijks. Ik zeg wel altijd: let erop dat je ook plezier in je werk hebt. Met alleen passie red je het niet.”
Jelle: “Ook het werken met vrijwilligers vond ik altijd bijzonder. Daar zie je die bevlogenheid natuurlijk ook terug. Hoe is dat nu? “
Peter: “We hebben een vaste kern brigadevrijwilligers. De zeisbrigade bijvoorbeeld. Die zeisen natuurlijk, maar die hebben ook echt zoveel kennis. Ik was eens bij een project waaraan zij meededen en daar was ook een andere groep vrijwilligers uit het dorp. Die kenden elkaar niet, maar er ontstond zoiets moois: een bepaalde chemie. De brigadevrijwilligers waren overal verbinding aan het maken. Ik vond het prachtig! Onze missie is mensen aan het landschap verbinden. Hier was duidelijk te zien dat de passie voor het landschap mensen ook aan elkaar verbindt.”
Eerste directeur Jelle Norder in gesprek met de huidige directeur Peter Hellinga
Jelle: “Het jubileumthema is ‘Luister naar het Landschap’. Wat betekent dit voor jou?”
Peter: “Bij een jubileum ga je terugkijken; wat is de basisgedachte van ons bestaan? Dan kijk je naar onze missie en visie en zie je dat daar eigenlijk weinig is veranderd. Wat wel verandert is de aandacht voor landschap, cultuurhistorie en biodiversiteit: deze is veel groter. Maar we moeten nog steeds goed luisteren naar het landschap. Dat zou de basis moeten zijn bij alle actuele opgaven die we met elkaar hebben, zoals de transities, klimaat- en stikstof- problematiek.”
“Je omgeving is je thuis. Het participatievraagstuk is daarom ook erg belangrijk: hoe betrek je iedereen erbij? Dat proberen we bij ieder project te doen. Maar dat is eigenlijk niets nieuws, want dat deed jij 40 jaar geleden ook al.”
Peter: “Wat voor projecten deed je 40 jaar geleden?”
Jelle: “We deden toen ook al veel op kerkhoven. Op het kerkhof van Wittewierum restaureerden we zerken. Daar ontdekten we destijds nog een middeleeuwse put en vonden we nog zwaarden. Heel bijzonder. Groningen kent zo’n rijke historie.”
“Ook weet ik nog goed dat we de Heemtuin in Muntendam opzetten, samen met vrijwilligers. We hebben toen allemaal orchideeën uitgestoken waar nu de meubelboulevard in Groningen zit. Dat zou toch allemaal verdwijnen. Die hebben we toen in de heemtuin geplant.”
Peter: “Leuk om eens naar die eerdere projecten te kijken met de ogen van nu.”
Jelle: “Ja en dan ook bezoeken? Ik ga graag eens mee!”
Peter: “Doen we!”
Peter: “Goede herinneringen aan die jaren?”
Jelle: “Ja. Als je overal komt merk je hoe de volksaard per regio anders is. Ook zoveel variatie in landschapselementen. Dat vond ik toch echt een van de leukste dingen: die verschillen in elementen en mensen. Ik kijk er heel goed op terug.”
Peter: “Ja dat merk ik ook. Of je nou met bestuurders, ambtenaren of bewoners aan de slag gaat in het landschap: er ontstaat altijd enthousiasme en een goede energie. Ook voor ambtenaren is het vaak een leuke portefeuille. Iedereen wordt blij van het landschap.”
Jelle: “De vloek is dan dat je na 40 jaar soms ook ziet wat er allemaal verdwenen is.”
Peter: “Ja we werken nu weer veel aan herstel. Jammer dat dat nodig is. Zo zie je maar dat geld voor beheer heel belangrijk is. Zodat alles wat je doet niet zomaar over 40 jaar verdwenen is.”
Jelle: “Maar gelukkig zie ik ook voorbeelden waar het wel goed gaat. Prachtige bomen die we in de beginjaren hebben geplant. Die zijn nu zo groot. Prachtig om te zien!”