Een oral history-verhaal over ‘Het Veentje’ bij Onnen
Een pingo is een kleine bolvormige heuvel die in Nederland is ontstaan in de laatste ijstijd, zo’n 15.000 jaar geleden. De naam pingo komt uit een taal van de Inuit in Canada en betekent ’heuvel die groeit’. Door aanvriezend grond- of kwelwater ontstond een enorme bonk ondergronds ijs die de aardkorst als een reusachtige molshoop omhoog drukte. Toen het ijs smolt, zakte het in en ontstond een cirkelvormige krater: de pingoruïne.
Dat deze pingoruïnes ook in Groningen veelvuldig voorkwamen weten de meeste mensen niet. Projectleider Anita Pigmans: “Voor het project Pingoruïnes in het Gorecht hebben wij 30 mogelijke pingoruïnes in het gebied ten zuiden van de stad Groningen onderzocht. Uiteindelijk bleek het in 16 van de 30 gevallen om een echte pingoruïne te gaan”. Vier enthousiaste vrijwilligers zijn op zoek gegaan naar oude overhalen over deze pingoruïnes. Welke informatie is er nog te vinden over deze bijzondere plekken? Ingrid Schenk, één van de schrijvers, dook in de geschiedenis van ‘Het Veentje, de pingoruïne op de Onneresch.
Met het project Pingoruïnes in het Gorecht onderzoeken we welke natte landschapselementen tussen Haren en Noordlaren daadwerkelijk pingoruïnes zijn. Daarnaast herstellen we 15 pingoruïnes in het gebied. Hiermee dragen we bij aan het behoud van deze bijzondere plekken in het landschap. Het project wordt gefinancierd door de gemeente Groningen, provincie Groningen, Prins Bernard Cultuurfonds, Gebiedsfonds Drentsche Aa en JB Scholtenfonds.
Het ontstaan van een pingoruïne, naar: De Vorming van het land, Geologie en morfologie, Stouthamer, Cohen en Hoek, 2015, uitgeverij Perspectief, naar Zagwijn et al. 1985 en Hoek, 1997.
Door Ingrid Schenk
Het Steenbergerveen ligt op de Onneresch van Onnen. Het is ongeveer 6 hectare groot. Meestal wordt het ‘Het Veentje’ genoemd, maar ook wel het ‘Ei van Onnen’, vanwege z’n ovale vorm. Het ligt midden in het open en weidse landschap van de es. Eeuwenlang was het Steenbergerveen alleen in het natte seizoen door water te herkennen. In de zomer zag je alleen een glooiende laagte in het landschap. Door de aankoop van Land van Ons in 2021 is dat veranderd en staat er in de pingoruïne het hele jaar water. Land van Ons is een burgercoöperatie die boerenland opkoopt met als doel daarop natuurinclusief te boeren. Ook het behouden en zichtbaar maken van landschapselementen hoort daarbij.
Onderzoekers gutsen in het veen van pingoruïne Steenbergerveen
“Tot ieders verbazing kwam er een gave pingoruïne tevoorschijn. Dat is opmerkelijk, omdat de meeste veentjes op de Hondsrug werden uitgestoken om het veen te gebruiken als brandstof”
Dat het Steenbergerveen een pingoruïne is, bleek uit een onderzoek in de zomer van 2021. “Tot ieders verbazing”, zegt perceelcoördinator van Land van Ons Jan Wittenberg, “kwam er een gave pingoruïne tevoorschijn. Dat is opmerkelijk, omdat de meeste veentjes op de Hondsrug werden uitgestoken om het veen te gebruiken als brandstof”. Met uitzondering van de bovenste laag veen is de pingoruïne vrijwel geheel is gevuld met gyttja, een bezinksel van plantenresten. “Takjes en bladeren zijn zichtbaar in dat veen. Dit duidt erop dat er lang open water in heeft gestaan”.
Steenbergerveen. Kadastrale kaart 1832 met daarop de lijnen van huidige infrastructuur. Bron: HISGIS
Eeuwenlang lag het Steenbergerveen te midden van 50 particuliere akkertjes die door lokale boeren vruchtbaar waren gemaakt met plaggenbemesting. Die akkertjes en het Steenbergerveen zijn goed te zien op de kadastrale kaart hierboven. In 1854 verdeelde de marke van Onnen het veentje door sloten in vier punten. In 1897 en 1910 werden deze punten ontgonnen door er een laag zand op aan te brengen. Dat zand werd afgestoken van de aanliggende akkerranden, geëgaliseerd en op het veentje geschoven. Daardoor ontstonden langs de akkertjes steilranden. Voor de afwatering werden aan de onderkant van de steilranden greppeltjes gegraven. Door de zandlaag werd het veentje geschikt als grasland. Het slotenstelsel is nog steeds intact.
In 1918 vond een desastreuze ingreep plaats. Toen werd het zand van het westelijke deel van de Onneresch afgegraven voor het rangeerterrein van Onnen. Bij deze afgraving bleef de steilrand van de pingoruïne behouden. Helaas is dat niet gebeurd toen vervolgens in de jaren ’40 het afgegraven gedeelte in kaarsrechte percelen met sloten werd ingedeeld. Een gedeelte van de steilrand werd geëgaliseerd.
De nieuw ingedeelde percelen werden vervolgens verpacht. In 1955 kocht de vader van Kees Vlaar een groot gedeelte van de Onneresch om zo’n 80 koeien te houden. Ook het Steenbergerveen hoorde daarbij. Kees vertelt dat er in de winter, zo lang als hij zich kan herinneren, water op het veentje stond. Als het vroor werd erop geschaatst. Na de verkoop van een groot deel van zijn land op de Onneresch aan Land van Ons boert Kees op kleine schaal nog steeds op de es.
Onneresch met gewassen van Land van Ons. Boven: kruidenrijk grasland op de pingoruïne
Anderhalve hectare van het Steenbergerveen, de noordwestpunt, zat in 2021 niet bij de aankoop van de grond van Land van Ons. “Ook dit deel”, zegt Jan Wittenberg, “is in 2022 door een grondruil in ons bezit gekomen”. Het Veentje kan daardoor als een geheel worden beheerd. En dat is nodig, want door zandafgraving van een groot deel van de Onneresch in 1920 en de droge zomers van afgelopen jaren is de pingoruïne in 100 jaar tijd al een meter ingeklonken. In 2022 is daarom meteen actie ondernomen om het water vast te houden. Er is toen een dam gebouwd met een afwateringsbuis in de afvoersloot. Daardoor ontstond er gedurende het gehele jaar door een meertje. In 2024 heeft Landschapsbeheer Groningen deze constructie vervangen door een damwand met afwateringsmogelijkheid.
De verwachting is dat door het waterpeil te verhogen het verder inklinken van het veen kan worden tegengegaan. Het behoud van de pingoruïne het Steenbergerveen als landschapselement wordt daarmee versterkt en de biodiversiteit vergroot.
De nieuwe damwand houdt de pingoruïne ook in de droge zomers nat.