Het noordelijk kustgebied kenmerkt zich door een grote weidsheid van het landschap. De verschillende zeedijken in het gebied zijn hierin beeldbepalend. De dijken die door verdere inpoldering landinwaarts kwamen te liggen, noemen we slaperdijken. Zij hebben hun directe zeewerende functie verloren. Deze lange linten in het landschap bieden een uitgelezen kans om het leefgebied van bedreigde soorten te verbeteren. Met het project ‘Natuurrijke slaperdijken Groningen’ vergroten we de natuurwaarden op deze dijken. Dit doen we samen met Vogelbescherming Nederland en Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels. De eerste resultaten zijn hoopgevend.
Om de natuurwaarden te versterken zijn er verschillende werkzaamheden uitgevoerd. Door het aanplanten van robuuste meidoornstruwelen als natuurlijke perceelscheiding, zijn de slaperdijken straks weer blikvangers in het landschap. De struwelen bieden beschutting, nestgelegenheid en voedsel voor vogels en insecten. Ook zijn er vogelakkers aangelegd.
Rondom de struwelen is natuurvriendelijk maaibeheer toegepast. Collega Irene, als ecoloog betrokken bij dit project, vertelt: “Natuurvriendelijk maaibeheer houdt in dat er pas na het broedseizoen, rond juli, wordt gemaaid. Op de deelnemende dijkvakken was ook geen jaar rond begrazing door schapen. Het langere gras dat hierdoor ontstaat, biedt bescherming voor vogels en insecten.”
Relatief kleine ingrepen, maar na twee jaar monitoren zien we een groot resultaat. Het aantal muizen, broedvogels en insecten in dijkvakken die in ons project meedraaiden is toegenomen. Irene: “Er zijn veel betere resultaten behaald dan verwacht. Eigenlijk alleen al door het uitstellen van het maaien en het beperken van begrazing. Het verwachte positieve effect van de 24 aangeplante meidoornstruwelen laat nog even op zich wachten tot deze volgroeid zijn.”
Er werd duidelijk meer muizenactiviteit waargenomen in dijkvakken van deelnemers. Ook nam het aantal roofvogels en kleine zangvogels toe. Irene: “Wat wel heel opvallend is, is dat er bij de deelnemers grauwe gorzen zijn waargenomen. Ook hebben er kiekendieven gebroed op een perceel. Dat zijn toch wel aansprekende soorten die niet vaak worden waargenomen.”
Slaperdijken bieden door het aangepaste maaibeheer een geschikte broedhabitat voor verschillende soorten vogels. Grondbroeders zoals blauwborst, grasmus en roodborsttapuit verstoppen hun nest bijvoorbeeld in hoge graspollen of struweel. Rietzangers en kleine karekieten kiezen voor een plekje in struiken of riet langs de sloten aan de voet van slaperdijken. In het broedseizoen van 2020 en 2021 hebben er dan ook meer vogels in dijkvakken van deelnemers gebroed dan in dijkvakken die niet in de pilot meedoen. Daarnaast bieden de slaperdijken foerageergelegenheid aan bijvoorbeeld spreeuwen, zwaluwen en tapuiten die zich tegoed doen aan diverse insecten.
Blauwborst. Foto: Carmen Rademaker
Irene: “Afgelopen zomer stonden we op een dijk boven Warffum, het was een ontzettend warme dag. De bodem was keihard, je had echt het idee dat je wegbrandde. Maar door het hoge gras bleef de grond vochtig en broeierig, het zat vol leven! Er zaten allemaal leuke kruipbeestjes die er anders niet zouden zitten”. Dit blijkt ook uit de onderzoeksresultaten, het aantal loopkevers en spinnen op deelnemende dijken is aanzienlijk hoger.
Irene is gepromoveerd op insecten en kijkt daarom met veel interesse naar het verrijkte bodemleven op de dijken. “Insecten zijn de basis voor veel knuffelsoorten die we wel makkelijk zien, ze dienen als voedsel voor vele vogelsoorten. Van vogels weten we heel veel, maar de insecten blijven vaak onderbelicht. Gelukkig is er de laatste jaren toenemende aandacht voor insecten, net als in ons slaperdijkenproject.”
De pilot liep tot eind 2022. De resultaten van het laatste monitorjaar moeten nog verwerkt worden. Het is dus nog even spannend of de positieve resultaten van de eerste twee jaren hebben doorgezet. Inmiddels heeft het slaperdijkenproject een vervolg gekregen in het Oldambt. Hierbij is het beheer van het struweel gewaarborgd en speelt het onderhoudsadvies voor boeren en andere eigenaren een belangrijke rol. Irene: “Dit project is een mooi voorbeeld van hoe agrarisch beheer kan samengaan met natuur. Door met boeren, grondeigenaren en natuurbeheerders samen te werken, kun je met zo’n eenvoudig project tot veel resultaat komen. In de toekomst hopen we deze aanpak ook op de andere slaperdijken van Groningen uit te rollen.”
Lees meer over het vervolgproject Rijke Dijken van Lauwerszee tot Dollard tou op de projectpagina.